Meestal zijn nietjes zilverkleurig. Zilver is de standaardkleur waarin nietjes in de gebruikelijke pakketten van 1000 of 2000 stuks in de maten 24/6 of 24/8 (om 50 bladen samen te nieten) verkocht worden. Rapid biedt daarnaast nog andere kleuren, afmetingen en vormen aan. Zo is er bijvoorbeeld het formaat nummer 10, of de types 26/6 (om 30 bladen samen te nieten), 23/6 (2-20 bladen), 23/8 (20-50 bladen) en 23/10 (40-70 bladen). Om nog dikkere pakken papier samen te houden zijn er de uitvoeringen 23/12 (60-90 bladen), 23/13 (70-100 bladen) en 23/14 (80-100 bladen). Als de stapels papier nog dikker zijn, kunnen de volgende nietjes gebruikt worden: 23/15, 23/17 en 23/20 met nietcapaciteiten van maximaal, 110, 140 en 170 bladen. Nietjes 23/24 kunnen zelfs tot 210 bladen samennieten. Gekleurde nieten zijn er bijvoorbeeld in formaat 24/6. In één pak zitten telkens 400 blauwe, rode, groene, zilver- of goudkleurige nietjes.
De grootte van het nietje bepaalt hoeveel papier ermee samengehecht kan worden. Men kiest de grootte van het nietje best ruim, zodat het nietje niet meteen aan zijn maximum hechtcapaciteit zit.
Hoewel nietjes onbenullig kunnen lijken op kantoor, rekent en vertrouwt men er toch op. Er worden uiteindelijk toch documenten zoals presentatiemateriaal mee samengehecht, die meegegeven worden met klanten en werknemers. Ieder nietje moet dan goed zitten. Het professionalisme van een onderneming uit zich in zulke kleine details. Daarbij hoort ook een goede opvolging van de voorraad van het kantoormateriaal. Wanneer bijvoorbeeld op een seminarie de nietjes, whiteboard markers of pennen op blijken te zijn, is de imagoschade groter dan de waarde van dit materiaal. Het is daarom belangrijk om ervoor te zorgen dat er steeds genoeg nietjes op voorraad zijn. Goedkope pakken maken dat bovendien gemakkelijk.
Nietjes klemmen het papier niet enkel samen, ze doorboren het ook. Het zijn eigenlijk omgebogen stukjes metaaldraad. Nietjes worden door papier gestoken en dan omgebogen, zodat losse pagina’s papier worden samengehouden. Dit lijkt een beetje op het binden van een boek met een draad. Nietjes worden niet enkel op kantoor gebruikt maar ook in de geneeskunde. Om wonden te sluiten, worden ook metalen nieten gebruikt. Daarbij wil men natuurlijk zo weinig mogelijk weefsel beschadigen. Klemmen is daarvoor aangewezen. De nietjes die in de geneeskunde gebruikt worden, doorboren het weefsel niet (terwijl de kantoornietjes het papier wel doorboren). Zo kan de huid terug samengroeien. Op die manier worden zowel het weefsel dat beschadigd werd als het onbeschadigde weefsel rond de wond niet nog een keer beschadigd.
1000 jaar geleden bestonden er al voorlopers van de nietjes. De eerste nietmachine dateert van omstreeks 1700. Nietjes werden toen nog met de hand gemaakt. De manier van nieten die nu gebruikt wordt, stoelt op een patent van Sam Slocum (1841). Daarbij hielden naalden papier samen. Ongeveer 400 jaren later zorgde Novelty Mfg Company voor de grote doorbraak van de nietmachine en voor de eerste nietjes met een standaardformaat.
Met uitzondering van alternatieven zoals de nietloze nietmachine, die geen nietjes gebruikt, en hoekclips, is de nietmachine nog steeds het standaard bureauartikel om zelf papier bij elkaar te hechten. Wanneer een ander materiaal dan papier geniet wordt, moet men wel oppassen. Geopende pakken met snoepjes worden best niet met nietjes gesloten, want dan is de kans op verwondingen te groot.