Pakketten zijn vastgezet met omsnoering. Een omsnoeringsband is de bijbehorende sealband. De verpakkingen worden in eerste instantie ten opzichte van elkaar geplaatst en met de omsnoeringsband omwikkeld. Om de verpakkingen te beschermen tegen beschadiging wordt soms een randbescherming onder de omsnoering aangebracht. De band wordt vervolgens gespannen en vastgezet met een zogenaamd omsnoeringsgereedschap. Afhankelijk van de complexiteit, de grootte van de pakketten, de aan te brengen kracht en de snelheid worden omsnoeringsapparaten gebruikt die met de hand worden bediend of worden omsnoeringsmachines gebruikt. Met de omsnoeringsgereedschappen wordt de band door één persoon met behulp van een spanhendel vastgezet. Met een omsnoeringsmachine wordt dit proces geautomatiseerd en worden er grotere krachten gebruikt. Afhankelijk van de vereiste sterkte is de omsnoering van kunststof of staal. Na het spannen wordt de strak gespannen band vastgezet met behulp van mouwen, nietjes of sluitingen. Ook hier kunnen lastechnieken worden toegepast. Als de band eenmaal is vastgezet, kan hij worden afgesneden. Banderolleren biedt een vergelijkbare techniek voor kleinere en lichtere verpakkingen, zoals levensmiddelen. Voor grote verpakkingen kan rekfolie worden gebruikt als alternatief voor omsnoering.
Omsnoering is gemaakt van PET (polyethyleentereftalaat), PP (polypropyleen) en staal. PET is bijzonder goedkoop en tegelijkertijd zeer sterk. Het geeft echter niet op als het verpakkingsvolume verandert, bijvoorbeeld als het hout uitzet. Door de uitbreidbaarheid is PP-band hiervoor beter geschikt. Staalband is beter voor zeer zwaar verpakte goederen, bijvoorbeeld grote machines. Ze bieden een aanzienlijk hogere breeksterkte in vergelijking met plasticband.
Allereerst moet de juiste maatvoering in relatie tot het omsnoeringspakket worden gevonden. De reden hiervoor is dat als de omsnoering te groot is, de voorspanning niet kan worden aangebracht omdat de verpakking dan beschadigd raakt of omdat het omsnoeringsgereedschap niet de benodigde bandspanning levert. Het omsnoeringsapparaat of de omsnoeringsmachine moet een voorspanning van 40% (gebaseerd op de treksterkte / breukbelasting van de band) kunnen toepassen. Dit is de enige manier om een elastische rugband te krijgen. In verhouding tot de gebruikte omsnoering moet de verpakking voldoende stabiel of ten minste stabiel voorverpakt zijn, zodat de nodige voorspankracht kan worden uitgeoefend. Het is ook noodzakelijk om niet alleen rekening te houden met het gewicht van de verpakking zelf, maar ook met het vermoedelijke stapelgewicht dat op de laagste verpakking zou wegen. Daarnaast moet ook rekening worden gehouden met de dynamische en statische belastingen die op de inhoud van de verpakking kunnen inwerken. Dit kan leiden tot veranderingen in de vorm van de omsnoering. Dynamische belastingen kunnen bijvoorbeeld zijn:
De statische belastingen omvatten: