De afkorting DECT staat voor Digital Enhanced Cordless Telecommunications en betekent in het Duits ""Digital Enhanced Wireless Telecommunication"". Het is een radiostandaard die vooral voor vaste netwerktelefoons wordt gebruikt. Kortom, DECT is voor vaste telefonie wat WLAN voor het internet is.
Deze radiostandaard beschrijft hoe een draadloze telefoon binnen zijn netwerk communiceert en gebruikt hiervoor de radiogolffrequentie. Deze frequentieband ligt onder die van WLAN of andere radiocommunicatie, waardoor interferentie wordt vermeden. Hoewel het golfbereik zeer kort is, levert het toch zeer goed gesloten ruimtes op. Zelfs buiten, in het open veld, strekt de dekking zich uit over enkele honderden meters tot aan de basis. Deze golven zijn echter niet voldoende voor een directe toegang tot het telefoonnetwerk en daarom wordt een basisstation gebruikt. Deze is verbonden met het externe netwerk. Er zijn echter ook apparaten die uitsluitend in een gesloten netwerk communiceren. Zo zijn er bijvoorbeeld babymonitors die gebruik maken van de nuttige eigenschappen van DECT. Namelijk de mogelijkheid om meerdere telefoons met slechts één basis te leveren en met elkaar te communiceren.
De gevreesde gezondheidsschade als gevolg van de elektromagnetische velden van de draadloze telefoons kon niet worden aangetoond. Deze apparaten hebben een maximaal zendvermogen van 250 mW, dat als ongevaarlijk is geclassificeerd. Toch kan de opwarming van de apparaten door de radiogolven tijdens lange telefoongesprekken als onaangenaam worden ervaren.
De basis van een DECT systeem is altijd twee componenten die in constante uitwisseling zijn. Enerzijds is dit een basisstation (vast onderdeel) en anderzijds ten minste één handset (draagbaar onderdeel). De brug tussen de telefoon- en internetverbinding en het (de) mobiele gedeelte(s) wordt gemaakt door het basisstation. Dit kan een DSL-router met DECT-functie zijn of een DECT-basisstation met of zonder antwoordapparaat. Het is ook mogelijk om meerdere basisstations te combineren tot één netwerk. Enkel- en meercellige systemen zorgen voor een soepele overgang. Dit is met name nuttig wanneer er over een groot gebied telefoongesprekken moeten worden gevoerd.
De tegenhanger van het basisstation is de handset. Dit kan een draadloze handtelefoon zijn, maar ook een mobiele telefoon, Smart Home Sensor of headsets. Er is een verbinding tussen de handset en het basisstation. Het zogenaamde bakenensignaal wordt permanent door het basisstation uitgezonden en door een nabijgelegen handset ontvangen. Dit signaal geeft de handset de informatie die hij nodig heeft om verbinding te maken en gegevens te versturen via dit basisstation. De synchronisatie tussen de twee delen maakt draadloze telefonie mogelijk. Tijdens het gesprek wordt het bakenkanaal met de beste verbinding voor andere handsets geblokkeerd. Vergeleken met WLAN of Bluetooth, bereikt DECT een veel betere overdracht. Tijdens de gegevensoverdracht van de handset naar het basisstation is er een gemiddelde vertraging van slechts 10 ms. Trouwens: terwijl aanvankelijk alleen communicatie tussen apparaten van dezelfde fabrikant mogelijk was, maakt het in 1994 geïntroduceerde Generieke Toegangsprofiel (GAP) zelfs communicatie tussen apparaten van verschillende fabrikanten mogelijk.