Als men probeert een onderscheid te maken tussen tabel en teller, moeten vooral twee kenmerken worden benadrukt: Bij de balie is de positie voor het oppervlak anders dan de positie achter het oppervlak en in de meeste gevallen staan de gesprekspartners tegenover elkaar. Een typische tafel daarentegen evalueert de lange zijden als gelijk en je zit tegenover elkaar. Een ander verschil tussen toonbank en tafel wordt pas duidelijk bij nader inzien. Bij de balie zijn de korte zijden - als ze al toegankelijk zijn - tamelijk onbemind. Vaak zijn de korte zijden van de balie afgesloten door een muur of een doorgang. Aan een tafel daarentegen hebben de korte zijden de neiging om een bijzondere plaats in te nemen. Traditioneel neemt een vooraanstaand persoon plaats aan dit hoofdeinde, waarbij deze persoon vaak door gewoon te gaan zitten bepaalt welke van de twee korte zijden het (speciale) hoofdeinde voorstelt. De tegengestelde kant wordt vaak gedevalueerd door de afstand tot de leidende persoon.
De voorzijde van de balie onderscheidt zich van de achterzijde door het feit dat de ene ruimte duidelijk gereserveerd is voor klanten, de andere voor personeel inclusief de kassa (zie Kassa).
Het woord bar is ontleend aan het Latijnse theca, dat staat voor cover of container, maar ook voor sheath (als een waterscheiding). Als toonbank of winkelbalie is de tafelachtige constructie vaak het enige contact tussen klanten en personeel. Dit contact is echter zeer betrouwbaar, want praktisch elke klant die de winkel, het restaurant, de praktijk, enz. binnenkomt, krijgt uiteindelijk alleen aan dit loket of tegen betaling zijn of haar wensen in vervulling. Infostandaard en speciale goederen zijn hier bijzonder goed geplaatst (zoals bij de ingang).