In Duitsland is de prijsaanduidingsverordening van toepassing op de detailhandel. Dit betekent dat in beginsel iedere handelaar onder de prijsaanduidingsplicht valt indien hij diensten of goederen te koop aanbiedt aan eindverbruikers of daarvoor reclame maakt door prijzen te vermelden. De voorschriften zijn neergelegd in de verordening inzake prijsaanduiding. De consument moet de eindprijzen gemakkelijk kunnen herkennen, ze duidelijk kunnen lezen en de prijzen duidelijk aan een dienst of product kunnen toewijzen. De hoogste prioriteit wordt gegeven aan prijsduidelijkheid en prijswaarheid. De klant moet altijd op de hoogte worden gebracht van de uiteindelijke prijs. Indien een eindprijs in verschillende afzonderlijke prijzen wordt vermeld, moet elke afzonderlijke prijs de belasting over de toegevoegde waarde en andere prijsbestanddelen bevatten. Bovendien moet de totale prijs, d.w.z. de som van alle afzonderlijke prijzen, duidelijk worden aangegeven. Als de nettoprijzen van de producten moeten worden vermeld, moet ook de bruto eindprijs worden vermeld. Dit moet worden benadrukt. De bruto eindprijs is het bedrag dat de klant daadwerkelijk moet betalen. Dat betekent ook, inclusief belasting over de toegevoegde waarde en andere prijscomponenten. Zowel voor de vaste als de ambulante detailhandel zijn er voorschriften, hoe de prijsaanduiding van de goederen eruit moet zien. Producten die zichtbaar worden uitgestald in etalages, vitrines, op verkoopstands of op andere manieren, moeten worden gemerkt met een etiket op de goederen of met prijskaartjes. Bij andere productdisplays, bijvoorbeeld op schappen, moeten de prijzen dienovereenkomstig op het schap of in een prijslijst worden vermeld. Het is noodzakelijk dat de prijs altijd duidelijk aan een produkt kan worden toegekend. Dit geldt niet alleen voor offline-producten, maar ook voor catalogi en online-winkels. Op producten die per gewicht, lengte, oppervlakte of volume worden verkocht (zoals in doe-het-zelfzaken) moet naast de eindprijs ook de prijs per kwantitatieve eenheid, d.w.z. de basisprijs, worden vermeld. De basisprijs moet altijd in de onmiddellijke nabijheid van de definitieve prijs worden aangegeven. De meeteenheden kunnen hier zijn:
Zoals bij elke verplichting, is er natuurlijk een uitzondering op de verplichting. Zo moet bijvoorbeeld geen eindbedrag worden vermeld als het gaat om een individuele korting of een in de tijd beperkte korting op bepaalde diensten of producten. Bovendien zijn mondelinge aanbiedingen zonder prijsinformatie van deze verplichting vrijgesteld, evenals veilingen van producten. En voor automaten voor dranken en levensmiddelen geldt evenmin een prijsaanduidingsplicht.
Elk bedrijf is individueel en dienovereenkomstig kunnen de producten individueel worden gemerkt, zoals het past bij het specifieke bedrijf en de klanten tevreden zijn in het proces. Hier zou bijvoorbeeld het volgende kunnen worden gebruikt: